Walstro, liggend, geel, moeras en glad

Vormenrijke soorten die zich aanpassen aan de voedingstoestand van de standplaats. Bij omstandigheden blijven ze klein in een ruigte groeien ze mee met de andere planten en krijgen stengels van wel 1m lang. Vormenrijkheid is een teken dat ze echt inheems zijn ze hebben zich aan verschillende situaties aangepast. Planten die vroeger werden gebruikt als stro voor wiegen. Geel en glad walstro hebben ondersoorten die op verschillende biotopen groeien wat wel verwarrend kan werken. Hier in Drenthe komen we ze het meest tegen in bermen met een extensief maai beheer.

Liggend walstro Galium saxatile, een kruipend pioniersplantje voor drassige moerassige licht verrijkte standplaatsen, van een kapvlakte tot een natte plaats in een heideveld maar ook in een natte greppel of op een droog gevallen plek. Een witte bloeier die in de zomer en nazomer bloeit. Vormt een bodembedekkend plantje doormiddel van niet bloeiende kruipende wortelende stengels. Plant is meerjarig en wortelt tot 20 cm diep.

Geel walstro Galium vernum, bloeit van juni tot september is overblijvend met behulp van een wortelstok en wortelt wel tot een meter diep. De stengels zijn van af 20 cm tot een meter lang afhankelijk van de standplaats. Komt overal in Nederland voor behalve op de pleistocene gronden, groeit op matig vochtige enigszins voedingsrijke goed wortelbare gronden, bermen zeeduinen oeverwallen etc. Hier in Drenthe een plantje wat gebruikt wordt in ingezaaide (bloem)bermen, op leemachtige grond is het hier wel een blijver.

Glad walstro Galium mollugo, een witte inheemse plant die overal kan groeien behalve in de schaduw en erg natte plaatsen. Bloeit van juni tot september is overblijvend met behulp van een wortelstok en wortelt wel tot een meter diep. De stengels zijn van af 20 cm tot een meter lang afhankelijk van de standplaats Op erg verrijkte standplaatsen is hij niet concurrentie krachtig genoeg. Het meest vinden we hem in niet te natte matig voedingsrijke bermen.

Moeraswalstro – Galium palustre
Een inheemse overblijvende plant met behulp van winterknoppen. Bloei het hele groeiseizoen, gebruikt de vegetatie waarin hij staat om mee omhoog te groeien met behulp van zijn stekelhaartjes. Komt voor in oevers en moerassen die enigszins verrijkt zijn, maar ook bv een drassige weide. Komt niet voor op een arme zure standplaats.